VOGELGRIEP (AVIAN INFLUENZA)

Diverse standpunten en meningen in Nederland

 

 

 

NHDB (Nederlandse Bond voor Hoender- Dwerghoender-, Sier- en Watervogelfokkersverenigingen)

- Website :  http://www.nhdb.nl/

- Zie op genoemde website, Nieuwsbrief van 25 januari 2006 :

  Deskundigengroep Pluimvee bevestigt NHDB-standpunt over AI-vaccinatie

------------------------------------------------------------------------------

N.P.S. ( Dutch Poultry Association)

- Website www.nederlandsepluimveesoc.nl

- Vogelgriepwaarheid

------------------------------------------------------------------------------

Keer op keer verschijnen er in de media berichten over vogelgriep met onjuiste beweringen, die daarna door anderen, zelfs ministers, worden overgenomen. De wetenschappelijk bewezen feiten zijn, dat vogelgriep niet door trekvogels wordt overgebracht, maar wel door wegtransport (het virus heeft een rijbewijs!). Dat een virusinfectie doodloopt bij kleine concentraties dieren, maar in stallen met duizenden industriedieren met minder weerstand snel tot catastrofes leidt.

 

Evenmin kan H5N1 muteren tot een voor mensen gevaarlijke variant, daar de samenstelling van H5 zich daar niet voor leent. Het hoeft echter niet te muteren om voor de mens levensgevaarlijk te zijn. Zodra het in varkens terecht komt kan het met andere griepvirussen samengaan tot een nieuw mensenvirus wat wel een pandemie kan veroorzaken. H5N1 kan echter pas in varkens terechtkomen wanneer het zich heeft kunnen vermenigvuldigen in een stal met industriepluimvee.

 

De actie van Wakker Dier, wat men daar ook van moge vinden, is er slechts op gericht het aantal dieren in de 'virusfabrieken' van de bio-industrie te verminderen. Minder dieren eten betekent minder industriedieren en dus ook minder risico.

 

Het non-vaccinatiebeleid is slechts een commercieel instrument om handelsoorlogen te beslechten. Het zijn juist de bio-industrie en onderzoekslaboratoria die om commerciële belangen veilig te stellen inspelen op de angst onder de bevolking voor een pandemie. Ophok- en afdekverplichtingen voor loslopend pluimvee zijn volstrekt onnodig en veroorzaken veel dierenleed. Elk risico kan slechts worden uitgesloten door de tientallen miljoenen industriedieren te vaccineren!

 

Namens de Nederlandse Pluimvee Sociëteit,

Ing. J. Ringnalda.

Ringnalda@avicultura.net

mobile 0655842432

------------------------------------------------------------------------------

 

Willem van Ballekom (Secretaris Speciaalclub Aziatische Vechthoenrassen)

- Club website http://agsglobal.tripod.com/holland/index.htm

- Reactie op Non-Vaccinatie beleid van de N.H.D.B.

 

Geachte bestuur NHDB,

 

Met groot ongeloof lees ik uw spoedbericht inzake het vogelgriep-vaccinatie beleid. Het is mijzelf zeer duidelijk dat de hobbydieren een minder groot risico vormen met betrekking tot verspreiding van het virus. U als sportfokkersbelangen-organisatie ziet echter enkele dingen over het hoofd. Het moge u bekend zijn dat de onlangs gehouden tentoonstellingen in het buitenland niet meer toegankelijk zijn voor buitenlandse inzendingen. Ook het transporteren van en naar speciaalclub bijeenkomsten en andere meetings is nu niet meer mogelijk. En als klap op de vuurpijl zie ik ook de bui al hangen wat betreft de komende Europa show in Leipzig . Deze wordt dan denk ik georganiseerd zonder siervogels en pluimvee. Ik ben zeer benieuwd of er dan ook weer plotseling een -algehele gezondheidsregeling- wordt geregeld? Het zou niet verkeerd zijn via de Entente een vaccinatie na te streven. Hierdoor kunnen fokkers weer hun dieren op internationaal vlak laten meedraaien c.q. fokmateriaal zonder risico uitwisselen of clubbijeenkomsten met hun dieren bijwonen. Wat betreft maatregelen tegen de vogelgriep, in Thailand mogen de mensen weer hanenkampen organiseren. Het gaat mij nu even niet over het wel of niet goedkeuren van dit tijdverdrijf maar om het systeem van de Thaise overheid. Deze gaat onder volgende voorwaarden akkoord: de dieren moeten voorzien zijn van een zgn paspoort; voorzien van registratiemerk en een begeleidende gezondheidsverklaring met een foto van het dier. Toch geen verkeerd idee denk ik. In ieder geval een innovatieve oplossing. Ik zou zeggen, steek de koppen binnen de Entente eens bij elkaar en ga wat brainstormen c.q. lobbyen bij de Europese bestuurders. Dit om zo spoedig mogelijk een oplossing te verzinnen welke de toekomst van onze hobby, voor wat betreft het showen in binnen en buitenland, weer mogelijk maakt! Vive L'Europe.

Zie volgende link : http://www.taipeitimes.com/News/world/archives/2005/12/06/2003283202

 

Met vriendelijke groeten

Willem van Ballekom.

------------------------------------------------------------------------------

 

Dirk Zoebl

 

VERONACHTZAAMDE RISICOS BIJ DE VERSPREIDING VAN

VOGELPEST: RASINVLOEDEN EN TYPE HOUDERIJ

 

Bij de rapportage over vogelpest in krant, vakblad of wetenschappelijk tijdschrift mis ik een overweging die best wel van cruciaal belang zou kunnen zijn. Het betreft het ras of type hoen en, daar nauw mee samenhangend, het type houderij. Darwin merkte in zijn Origin of Species al op dat de vrij rond lopende kippen van, wat hij toen nog ‘wilden in de exotische gebieden’ noemde, speciale eigenschappen hadden. Deze dieren moeten strijden voor het bestaan, zo zegt hij, en zijn dan ook in zekere mate onderworpen aan natuurlijke selectie. Wat een verschil met de moderne kippenfokkerij en -houderij, nu fokkers sinds de jaren 1940 opgehouden zijn met te selecteren op resistentie tegen infectueuze aandoeningen; immers, we hebben nu vaccins en antibiotica. Van toen af aan ontaardde het fokproces in een maniakale jacht op prestaties; meer eieren en meer vleesaanzet, in zo kort mogelijke tijd en met zo min mogelijk voer. Ten koste van andere, tot dan toe, nuttige of esthetische eigenschappen.

 

Het is al een tijd bekend dat oude raskippen robuuster en resistenter zijn tegen bepaalde aandoeningen (als gumboro en infectueuze laringo-tracheitis) dan moderne hybriden of merkkippen. Recent parasitologisch onderzoek aan de Erasmus-universiteit te Rotterdam, gedaan aan vleeskuikens van verschillend ras en type, wees uit dat oude Hollandse Rassen, zoals de Noord Hollandse Blauwe en de Barnevelder, die gefokt waren voor vrije uitloop houderijen (en in Nederland regent en waait het vaak) een betere weerstand (natuurlijke en adaptieve) hadden tegen virale en bacillaire aandoeningen dan moderne typen van de bio-industrie. Zolang als die fabriekskippen nu maar gevoed en gehuisvest worden in strict geisoleerde stallen of batterijsystemen, krachtvoer krijgen en de nodige vaccins en antibiotica, doen ze het over het algemeen prima. De problemen komen pas als deze ‘watjes’-kippen een deel van de tijd buiten gehouden worden, in rennen of andere vrije uitloop systemen. Vanaf begin jaren 1980 werd dit gangbaar bij een aantal commerciële houders in Engeland en continentaal Europa onder invloed van trends op gebied van dierenwelzijn. Trouwens, de liefhebbers en sportfokkers waren nooit opgehouden met het houden in vrije uitloop. Hun dieren waren ofwel oude, robuuste rassen zoals Barnevelders en Welsumers (vaak ging het om de krielvorm), ofwel de gewone commerciële merkkippen, die in kleine partijen betrokken werden van handelaars, of om kruisingen van deze types. In Nederland worden zo'n 5 van de 25 miljoen bio-industriële legkippen deels buiten gehouden, door enkele honderden professionele houders. Deze dieren zijn eigenlijk niet gefokt voor de buitencondities. Ze werden ontwikkeld met behulp van zogenaamde foklijnen die maar een beetje robuuster en resistenter zijn dan de merken voor de goed afgesloten en geïsoleerde batterij-systemen en andere binnen-condities. Behalve dat, meer dan 100.000 liefhebbers houden een dozijn of zo dieren van allerlei snit: voor de lol, maar toch ook voor de eieren en het vlees. Zo is dat in een rijk, ontwikkeld land als Nederland. Maar hoe is het nu in de rest van de wereld? En wat betekent dat voor de verspreiding en ontwikkeling van vogelpest?

 

Hoenderrassen en houderij systemen

 

Na 75 jaar gespaard te zijn gebleven van vogelpest, kreeg Nederland in 2003 weer te maken met een uitbraak. Het verantwoordelijke virus was van de H7N7 combinatie. Dat type was waarschijnlijk binnengehaald door poep van wilde eenden, en ontwikkelde zich DAARNA in een hoog-pathogene vorm in de commerciële pluimveehouderij. Er zou ook besmetting geweest kunnen zijn van materiaal (het N7 deel van de combinatie) van commerciële kalkoenbedrijven in Noord Italië. Miljoenen dieren werden “geruimd” in de stamping-out campagne die daarop volgde. Niet alleen de dieren van commerciële houders, ook die van hobbydierhouders ontsprongen de dans niet. Alhoewel, niet één enkel dier van die deels buiten gehouden dieren ging dood door de pest; allen werden preventief geruimd. Waren deze dieren wellicht robuuster en resistenter, vanwege hun stress-vrije houderij condities of robuustheid van het ras? Of is de vogelpest zo acuut en infectueus dat  hybriden net zo snel als oude rassen bezwijken? Is een algemene gezondheid zonder continue stress van dieren, die op de aloude, fatsoenlijke manier gehouden worden, van invloed op de specifieke resistentie tegen vogelpest? Waarschijnlijk zal het nog lang onderwerp blijven van speculatie en controverses onder vakmensen en politici. In datzelfde jaar stak de vogelpest de kop op in de bio-industrie van Zuid Korea; ditmaal ging het om de H5N1 variant. Dit type, voor het eerst gesignaleerd in 1997 in Hongkong, werd daar bedwongen door een stricte ruiming, maar leek ondergronds te zijn gegaan in Zuid Oost Azië, om later dus in Korea op te duiken. Sindsdien waart het rond in dat Z.O.Azië, meest in de arme dorpen, onder loslopende kippen van locaal ras in Thailand, Indonesië, Cambodja en Vietnam. In juli 2005 werd het plotseling gesignaleerd in een bergmeer in een onbewoonde regio in centraal China. Duizenden wilde ganzen, eenden en ander waterwild werden dood gemeld ten gevolge van een virulente vorm van H5N1. Van China en Mongolië verspreidde het virus zich volgens een route, overeenkomend met de hoofd- en zijlijnen van de Transsiberische spoorlijn, tot aan de Oeral toe. In diezelfde periode werden vogelpestgevallen gemeld uit Oost-Europese landen en Turkije. De slachtoffers onder mensen en vogels bleven echter relatief mild: onder mensen minder dan 100 gevallen en slechts locaal geïsoleerde uitbraken in dorpjes en achteraf regio’s, ondanks drie jaren van virulentie. Merkwaardig dat de bio-industrieën in Rusland, Turkije en Oost Europa tot nu toe de dans ontsprongen. Maar de autoriteiten en politici in West en centraal Europa zijn zeer alert, en hebben al de nodige maatregels genomen ook. Gelijk hebben ze, want een uitbraak zou de honderden miljoenen dieren van de commerciële kippenhouders kunnen treffen, en bovendien de miljoenen liefhebbers van hun troeteldieren kunnen beroven.

 

Voorzeker, de globalisering is niet alleen iets economisch en sociaals, het is ook iets natuurlijks en ecologisch. Moderne, industriële pluimveeproductie kwam op in de Westerse wereld rond het midden van de 20ste eeuw. Sinds enkele decennia vind je nu ook moderne pluimvee-hybriden en houderij systemen over de hele wereld. Maar er blijven grote onderlinge verschillen bestaan in houderij en in de typen en hybriden in de armere landen. Het is nu juist die mix van typen en houderijen dat alarmeert. Moderne hybriden, met hun gebrek aan resistentie en robuust karakter, worden steeds vaker gehouden in kleine aantallen in schuurtjes en op het erf van dorpen, voorsteden en slums, en zelfs de binnensteden van Afrika, Azië en Latijns Amerika. Met de juiste zorg, medische aandacht en krachtvoer, presteren deze dieren veel beter dan de locale rassen en typen. Maar deze hybriden hebben ook zo hun nadelen. Ze kunnen niet vermeerderd worden van eigen dieren, maar dienen duur gekocht te worden van handelaars. Bovendien, ook het krachtvoer en de medicijnen en vaccins dienen te worden gekocht. Indien ze niet goed gehuisvest en beschermd zijn, worden ze gegrepen door roofdieren of bezwijken aan ziektes, veel meer dan de alertere locale typen. Daarom kan ook niet iedereen, met name niet de arme en behoeftige, zich deze dieren veroorloven. Vaak worden deze hybriden naast of  samen met de locale haantjes en hennetjes gehouden. Zij pikken hun kostje op tussen andere erfdieren: eenden, kalkoenen, ganzen, varkens. Ze verwijderen zich tot in de bosjes en watertjes in de buurt, waar waterwild en andere dieren zich ophouden. Kinderen spelen met hun lievelingen, en niet alleen met de levende huisdieren. Ook met de koppen en de poten van de geslachte exemplaren. Wat zijn globaal de gevolgen voor de vogelpestverspreiding van deze mix van pluimveetypen en het gedrag van hun houders?

 

Mijn punt van aandacht

 

De huidige dreiging van een nieuwe uitbraak van vogelpest vanuit het arme Oosten naar het rijke Westen is niet gemakkelijk te beheersen. De pogingen en politieke acties in die richting zijn soms potsierlijk. Politicus Zjirinofski kwam met de oekaze om alle trekvogels die Rusland vanuit Turkije binnenvliegen dood te schieten aan de grens. De Minister Gezondheid van Turkije kwam met het idee om alle vormen van kleine erfdierhouderij te verbieden en te vervangen door moderne bio-industriële systemen (dat deed hij terwijl uit het veld gerapporteerd werd over een man die zei eerder zijn vrouw weg te doen dan zijn kippen). En zelfs gerespecteerde organisaties zoals de FAO en de WHO komen met dwaze, onpraktische maatregels. Ze denken aan locale stamping-out  met extra geld en mankracht. Hoe denken ze dat uit te voeren, zelfs met een of twee miljard dollar, onder verspreid en marginaal wonende dorpelingen, ieder met niet meer dan tien of twintig dieren, waar ze bovendien erg aan gehecht zijn? In regio’s waar bovendien corruptie eerder regel dan uitzondering is?

 

Ik ben geen epidemioloog, niet eens een veterinair, maar denk toch enig goed advies te hebben voor de desbetreffende vakmensen en politici. Een bekend Nederlands gezegde is: niet dweilen met de kraan open. Zo is het maar net, ik denk dat dweilen dan een nutteloze arbeid is waarbij, wat betreft vogelpest, veel geld en hulpmiddelen verloren gaan. Dus mijn advies is:

 

1) Stel vast m.b.v. laboratorium of wetenschappelijke tests of locale typen en rassen een betere resistentie of robuustheid hebben om aanvallen van vogelpest te doorstaan, en zoja, onder welke  omstandigheden in de houderij.

 

2) Bij locale uitbraken dient onderscheid gemaakt te worden in typen en rassen: gaat het om locale rassen, hybriden of kruisingen? Hoe ligt het percentage in dezen, locaal of regionaal? En hoe is het daarmee gesteld in de directe omgeving? Ongeacht of de laboratoriumtests wat betreft verschillen in resistentie positief of negatief uitvallen, is dit onderscheid misschien toch nuttig. Het monitoren van pathogene verspreiding dient niet alleen verschil te maken in wilde en tamme dieren, maar ook in locale typen en hybriden.

 

3) Door met zulke kennis en criteria rekening te houden, zou men voortgang kunnen boeken bij het monitoren, de vroege detectie, de reacties en de effectiviteit in het bestrijden of onder de duim houden van de vogelpest; tenminste, dat hoop ik dan.

 

Iets over de auteur :

 

Dirk Zoebl is agronoom, opgeleid aan de Wageningse Hogeschool (destijds zo geheten). Zijn richting was tropische plantenteelt. Hij heeft geen colleges gelopen of vakkennis in de  pluimveeteelt, veterinaire vakken of epidemiologie. Maar heeft weer wel 20 jaar lang kippen gehouden: 10 jaar als jongen in Nederland, en 10 jaar tijdens zijn werk in Latijns Amerika en Kenia. Hij heeft zich altijd sterk geïnteresseerd in pluimveeprojecten en kleinveehouderij in die landen. Eenmaal terug in Nederland, volgde hij met steeds meer argwaan de rapportages en het nieuws over de bio-industrie, ontwikkelingsprojecten in kleinveehouderij voor de tropen, en de maatregels om veeziektes en pest te bestrijden, zowel locaal als globaal. Hij is het eens met zijn landgenoot professor in de ecologie van Noordwijk, dat veeziektes en controle daarvan te ernstig zijn om zomaar over te laten aan vakmensen en economen. Hij is ook redacteur van het tijdschrift Zeldzaam Huisdier, van de stichting Zeldzame Huisdierrassen.

 

Zijn e-mail: dirkzoebl@hotmail.com