ALLERLEI

NIEUWS, WETENSWAARDIGHEDEN EN ADVERTENTIES VAN ABONNEES

 

LAATST BIJGEWERKT OP 21 augustus 2006

 

 

 

 

 

 

 

NIEUWSBERICHT

 

 

Watervogels lijden onder vaccinatieregeling hobbykippen

 

 

Vanaf 1 september moeten alle hobbyvogels weer afgeschermd worden. Dit adviseerde de deskundigengroep aan LNV. Een gemakzuchtig advies dat niet in verhouding staat tot het risico en niet in lijn is met eerder afgegeven adviezen. De afschermregeling is bovendien aangescherpt en deze houdt hier­door geen rekening met vogelsoorten die je niet kùnt afschermen. Het gaat om gehouden (wilde) watervogels, waaronder soorten die wereldwijd zeer zeldzaam zijn. Minister Veerman beroept zich erop dat hobbydier­houders nu een alternatief hebben voor het afschermen door te vaccineren. De vaccinatieregeling vertoont in de praktijk echter tal van onvol­komen­heden, zoals het verplichte gebruik van gevaarlijke pootringen. Ook hebben veel dierenartsen er geen zin in en zijn er blijvend hoge kosten. Uitwisseling van fokmateriaal van gevaccineerde dieren buiten Nederland - voor deze zeldzame soorten onontbeerlijk -, staat Brussel niet toe. Hobbydierhouders zijn hierdoor verder van huis dan ooit.

 

Westendorp, voorzitter van de Nederlandse Werkgroep voor Pluimvee en Parkvogels (NWPP): “Voor een deel van deze dierhouders is nog maar één optie: stoppen met hun hobby. Veterinair is voor deze drastische maatregel geen onderbouwing”. De NWPP voert woensdag 23 augustus overleg met het ministerie. De NWPP wil voor de gehouden wilde watervogels een specifieke regeling. De ringenproblematiek moet met vaart worden opgelost en afschermen moet alleen worden toegepast als het echt nodig is.

 

Voor meer informatie:

 

Sible Westendorp, voorzitter NWPP 06-51206439

 

Paula Polman, voorzitter NBvH  06-51134106

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een woordje van de redactie…….

 

Geachte lezer,

 

Zoals iedereen wel weet is communicatie erg belangrijk in samenwerking. Je probeert tijdens communicatie aan te geven hoe je over iets denkt en naar de ander over te brengen, waarom je iets doet zoals je dat doet, of aan te geven dat je iets op een bepaalde manier gedaan wilt hebben. Kortom, onderling begrip kweken met als uitgangspunt respect voor die ander.

De redactie hield enkele weken terug een redactiebijeenkomst, met één agendapunt: gewoon gezellig met elkaar vertoeven op ’n zondagmiddag met een hapje en een drankje, elkaar wat beter leren kennen, zonder e-mail of internet met z’n beperkingen.

 

Het was een succes en wij hopen van harte dat dit mag uitstralen in ons blad Aviculture Europe. We groeien nog steeds gestaag in het aantal abonnementen en niet voor niets noemen wij ons ‘Het blad voor de toekomst’, overtuigd dat we bezig zijn met iets moois wat in een toenemende behoefte voorziet.

 

Als je het WK voetbal volgt en uitspraken beluistert van misschien wat commerciëler ingestelde USA deelnemers aan dit toernooi, die beweren dat de afmetingen van het doel moeten worden vergroot om het spel aantrekkelijker te maken, dan denk ik, dat is zoiets als de opdracht aan een keurmeester om meer prijzen weg te geven tijdens zijn keuring of meer U’s toe te kennen. Persoonlijk ben ik van mening dat we zuinig moeten zijn op kwaliteit. Aviculture Europe heeft gekozen voor kwaliteit mét een continuïteit, want alles wordt opgeslagen in het archief wat voor abonnees beschikbaar zal blijven.

 

Ik heb de laatste tijd nogal wat vergaderingen bezocht en merk dat sportfokkend Europa de adem inhoudt. Dit jaar lijkt bepalend te worden voor het voortbestaan van de georganiseerde kleindierliefhebberij, met tentoonstellingen die steeds groter en – onvermijdelijk - steeds commerciëler zijn geworden. Risicovolle ondernemingen, die bovendien elkaar de honneurs proberen af te snoepen om te overleven.

 

Op het moment dat ik dit schrijf, is er een dode Fuut in Baskenland (Spanje) gevonden, die overleden blijkt te zijn aan de voor mensen gevaarlijke vogelgriepvariant. Net nu bekend is geworden dat de veterinaire regelgeving rond internationale deelname aan b.v. de komende Europashow in Leipzig wat versoepelt lijkt te zijn. Vaststaat dat de ophokplicht er weer aan komt. Gaan we hiermee ‘leven’?

Ik wens Nederland en Europa een succesvol tentoonstellingsseizoen toe, zodat er weer gebouwd kan worden aan het zelfvertrouwen van de liefhebbers, waarbij ik onze politieke leiders veel succes toewens in haar communicatie naar die niet-commerciële liefhebbers.

 

Met vriendelijke groet,

Namens het team van Aviculture Europe,

Nico van Benten

 

PS. Wat ik bijna nog zou zijn vergeten te vertellen is dat wij druk bezig zijn ons blad ook in het Duits te laten verschijnen. Is het nu nog in het Nederlands en Engels, binnenkort zal onze Duitse werkgroep van zich laten horen.

 

Was ich beinahe vergessen hätte: wir sind intensiv damit beschäftigt, unser Blatt auch in deutscher Sprache erscheinen zu lassen. Ist es jetzt noch in Englisch und Niederländisch, in Kürze wird unser deutsches Team von sich hören lassen.

Deutschsprachige Leser können jetzt schon ihre E-Mail-Adresse anmelden – freibleibend versteht sich – für die erste gratis Ausgabe bei

 redactie@aviculture-europe.nl ; bitte ‚Deutsche Ausgabe’ angeben. Wir werden sie auf dem Laufenden halten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DE LIJST

 

Augustus 2006: Welk ras is hier afgebeeld?

 

 

 

 

Let op! Vanaf het augustusnummer is de rubriek ‘De Lijst’ veranderd!

 

Omdat niet iedereen in de wieg is gelegd voor fotograaf heeft de redactie besloten om deze rubriek iets aan te passen, zodat IEDEREEN kans heeft om mee te doen en een gratis abonnement te winnen. Vanaf nu mag u RADEN wélk ras er afgebeeld staat in ‘De Lijst’; daarbij zullen we zo afwisselend mogelijk alle diergroepen aan bod laten komen.

 

Mail uw antwoord naar redactie@aviculture-europe.nl onder vermelding van: ‘Oplossing augustus - De lijst’. Onder de goede inzendingen wordt elke twee maanden een jaarabonnement op Aviculture Europe verloot!*

 

Wilt u alsnog een mooie of bijzondere foto ter beschikking stellen van Aviculture Europe? Deze blijven welkom op de redactie, zo mogelijk graag compleet met bijschrift of blokje tekst. In geval van plaatsing zal de naam van de fotograaf altijd vermeld worden.

 

*Slechts 1x per persoon te winnen!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In Memoriam ALBERT BAKKER

 

Albert Bakker, international bekend en geliefd Minorcafokker, is niet meer onder ons. Op 3 maart 2006 is hij op 71-jarige leeftijd overleden. Albert Bakker heeft meer dan 55 jaar Minorca's gefokt. (Zijn vader had ze zelfs al in 1910!) Zijn stam was o.a. opgebouwd met dieren van Ludwig Immich uit Gelsenkirchen (D), een even fanatieke Minorcafokker als hijzelf. 

 

Links: Albert Bakker in 2003. Het speldje van de Engelse Minorcaclub prijkt op zijn borst.

Foto Aviculture Europe

 

Albert Bakker had veel contacten met buitenlandse Minorcafokkers en was zelfs lid van de Engelse Minorcaclub. Ook in Duitsland had hij veel vrienden, niet alleen Minorcafokkers, maar ook via de fanfare, zijn 2e hobby; hij speelde kornet.

 

Zoals u misschien weet, is er wat verschil tussen de Engelse, Nederlandse en Duitse Minorca’s; Albert vond het Duitse type eigenlijk het mooiste. In 2003, toen wij hem een bezoek brachten, was hij juist nog begonnen met de fokkerij van witte Minorca's, met broedeieren uit België en uit Engeland. “Nee, voor mij nooit een anders ras, zolang ik leef Minorca's!" , waren zijn stellige woorden toen…..

 

Gelukkig konden zijn prachtige Minorca’s een goede plek vinden bij serieuze fokkers. Een uitgeselecteerde foktoom van de zwarten is naar Freddy Bettink (NL) gegaan en de witten zijn naar België, naar Eric van Hee, een van de fokkers waar Albert destijds de broedeieren gehaald had.

 

Ieder die Albert gekend heeft mist hem heel erg. Zo’n man kom je nog maar zelden tegen; een echte ‘heer’ die met zijn ouderwets-galante manieren steeds een tijdbeeld opriep wat zo perfect paste bij dit nostalgische ras.

‘Mijnheer Albert en zijn Minorca's’; zo zal ik nog vaak aan hem terugdenken!

Elly Vogelaar

 

Rechts: Een van de oude Minorca hanen bij Albert Bakker.

Foto: Aviculture Europe

Onder: De Minorca’s van Albert Bakker, nu bij Freddy Bettink. Foto: Wouter Tragter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10e LEVEND ERFGOED EXPO BELGIË

 

Op 20 augustus 2006 organiseert Steunpunt Levend Erfgoed haar 10de Levend Erfgoed Expo in het Provinciaal Domein Puyenbroeck te Wachtebeke.

Steunpunt Levend Erfgoed komt op voor het bewaren van onze oude en streekeigen rassen. Niet alleen kippen, kalkoenen, eenden, ganzen, duiven, konijnen en honden, maar ook schapen, geiten, varkens, runderen en paarden dragen onze zorgen weg. Reeds meer dan vijftien jaar ijvert Steunpunt Levend Erfgoed voor dit doel. Wij brengen de problematiek rond oude huisdierrassen weer onder de aandacht. Steunpunt Levend Erfgoed organiseert manifestaties om onze rassen in de kijker te plaatsen en neemt deel aan diverse tentoonstellingen en beurzen en organiseert fokprogramma's.

 

 

Routebeschrijving naar het Levend Erfgoed Park

Het Provinciaal Domein Puyenbroeck en het Levend Erfgoed Park bereiken is helemaal niet moeilijk. Op de E17 neem je afrit nummer 11 'Beervelde' vanaf daar staat het domein beweg­wijzerd (bruine borden met witte letters).

Kom je vanuit het noorden dan kan je het domein ook bereiken via de A11 en Wachtebeke Dorp.

Parkeren is geen pro­bleem; het Provinciaal Domein is voorzien van twee reuzen­parkings. Om het Levend Erfgoed Park te bezoeken kies je best voor parking 2, vanaf de par­king is het dan nog 450m stappen om het Park te bereiken.

Alle informatie kunt u  vinden op http://www.sle.be/

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EEN NIEUW ‘OUD’ RAS BIJ ONS OM DE HOEK!

 

En niemand wist dat het nog bestond, behalve de Oostenrijkers en die hebben ons er niets van verteld!

 

Het betreft de Fischer duif, een meer dan 100 jaar oud ras dat ‘verdacht’ veel lijkt op een van de Duitse Kleurduiven. Het ras was sinds 1980 uitgestorven maar is opnieuw gecreëerd. Zie bijgaande foto.

 

Met dit bericht hopen we, na de Oostenrijkse en Duitse fokkers en de EE-delegatie, alle duivenliefhebbers wereldwijd alvast te laten kennismaken met dit nieuwe ras.

 

De Standaardomschrijving en meer wetenswaardigheden over de Fischer duif kunt u in onze volgende uitgave lezen.

 

Mick Bassett

Foto met dank aan de VDT www.vdt-online.de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

WITTE AUSTRALORPKRIELEN

 

Zoals u in Kleindiermagazine en ook in ons blad heeft kunnen lezen, is de witte Australorpkriel nu ook in Nederland erkend, met leiblauwe snavel, loopbenen en tenen en de oogkleur roodbruin tot donkerbruin. In overleg met de Nederlandse Speciaalclub en met de Speciaalclub in Australië werd i.v.m. de Europese eenheid dezelfde omschrijving aangebracht in de Standaard­om­schrijving van de grote witte Australorp, met de aantekening dat een lichtere poot- en snavelkleur voorlopig is toegestaan. ( Tot seizoen 2011-2012).

In Australië worden ook al witte Australorpkrielen geshowd; de Nationale Speciaalclub wil ze graag op laten nemen in de Standaard, maar dat is nog niet afgerond.

Foto’s boven: Witte Australorpkrielen, Nederland. Foto: Klaas v.d. Hoek

 

Hier volgen wat Australische reacties.

Van: Ross Summerell, National Secretary "Australorp Club of Australia Inc."

 

Tot nu toe heb ik nog nooit een witte Australorp gezien, alleen de krielen; hoewel ik er van op de hoogte ben dat 4 van onze clubleden bezig zijn om ze op showkwalitiet te fokken.

In onze archieven hebben we veel oude foto’s van ‘grote’ witte Australorps, die tussen 1940 en 1950 gekeurd zijn op Koninklijke Shows in Brisbane en Sydney. Commentaar werd destijds gegeven door Athol Giles, die ongeveer zei dat dit perfecte Australorps waren met als enig verschil de witte veren. Deze stam is nog aanwezig op boererijen in West Queensland en met dit materiaal zijn de fokkers aan de slag gegaan. Ik ben van mening dat deze fokkers hun taak serieus nemen en het is te hopen dat ze er in slagen.

Met alle respect voor Engeland, moet ik toch zeggen dat wij geen Britten zijn maar Australiërs en we fokken Australorps, geen Orpingtons. Het waren de Australiërs die dit ras gecreëerd hebben, maar dat wist u natuurlijk al.

Deze standaards zijn ontworpen door de Club, om zo dicht mogelijk bij de zwarte en de blauwe Australorp te blijven. Er lopen op het ogenblik zo’n 200 witte dieren rond en hoewel ze nog als zeldzaam beschouw worden, is dit toch de pootkleur enz. die de fokkers besloten hebben.

Hierbij de voorgestelde standaardomschrijving voor de witte Australorp. We hebben dus beslist niet gekozen voor het volgen van de Orpington en rode ogen en witte poten staan dan ook niet in de voorgestelde standaard.

Hopelijk heeft u hier iets aan.

Vriendelijke groeten,

Ross Summerell.

www.australorps.com

 

Voorstel Standaard voor Witte Australorp Groot & Kriel

ter overweging, door de Australorp Club of Australia Inc.©

Type, stand, kop, nek, poten plus kwaliteit en soort bevedering precies hetzelfde als in de Standaard van de zwarte en blauwe Australorp krielen.

Kleur: Puur wit, zonder enige zweem van geel of koperkleur

Bek: Blauwachtig wit, leikleurig of blank/hoornkleurig

Ogen: Zwart of donkerbruin, bij voorkeur zwart. Het is essentieel dat de ogen groot en bol zijn.

Kam, kinlellen en oorlellen helder rood

Gezicht (kop): Bij voorkeur helderrood. Om een donkere oogkleur bij de hennen te bekomen is een enigszins zwarte kop toegestaan.

Poten en tenen: Leiblauw.

Voetzolen: wit

Nagels: wit

Huid: wit

Puntenschaal:

Type en stand: 30

Kleur en bevedering 25

Kop

(ogen 15 en,

gezicht, kam en lellen 10 ) 25

Conditie 10

Poten en tenen 10

____

100

====

Ernstige fouten:

Rode ogen

Witte en / of rood-gele poten

Verder dezelfde ernstige fouten als in de standaard van de zwarte en blauwe Australorpkrielen.

 

     

 

Bovenstaande tekst en foto’s: © copyright of the Australorp Club of Australia Inc.

 

 

Van Greg Davies ontvingen wij het navolgende commentaar:

Witte Australorps - hoe zouden die er uit moeten zien?

Mag ik mijn gedachten hierover uitspreken:

 

·         Of we het nu toe willen geven of niet, de Australorps stammen écht af van  Orpingtons van de stam van Cook (niet van de losbevederde stam van Partington, die waren van geen nut als leghennen). In wezen is er geen enkel ras van Engelse komaf met witte bevedering dat iets anders heeft dan witte poten en rode ogen…..feitelijk is de Aziatische Langshan het enige ras wat ik kan bedenken met donkere poten en witte veren. Hoewel ik het argument begrijp dat we Australiërs zijn en geen Engelsen, moet ik er toch op wijzen dat de Australorp beslist zijn oorsprong heeft in de Britse Orpington. Om die reden moeten….jawel, MOETEN…. alle Australorps tot op zekere hoogte Orpington bloed voeren, anders kunnen ze simpelweg geen Australorps zijn.

 

·         Het lijdt geen twijfel dat de Australorp heel aardig leek op dat wat Cook voor ogen had (de houtsnedes in zijn boek: ‘Fowls for the times’ leken zeer veel op de Australorps). Cook wilde een ras creëren met uitstekende nuteigen­schappen, maar wat ook gemakkelijk raszuiver te fokken was. Iedere echte kippenfokker zal je kunnen vertellen dat het vrijwel onmogelijk is om een aantal jaren achtereen witte kippen met zwarte poten te fokken, zonder dat er zwart in het dons of in het gezicht zal komen. Dat heeft te maken met de erfelijkheid. De Australorp was uitverkoren om het beste nutras te worden, niet enkel vanwege zijn goede eigenschappen, maar ook vanwege het feit dat hij raszuiver vererfde, jaar na jaar.… dé eigenschap van een perfect nutras. Deze donker-potige witten zullen deze eigenschap missen en zodanig verzaken aan de beste Australorp eigenschap. Kort gezegd, de witten zullen nooit nutkippen zijn.

 

·         Zeggen dat de donkere poten van de witten het dichtst bij de standaard blijven, vind ik wat misleidend. De meeste rassen die in de zwarte en witte kleurslag voorkomen, hebben andere pootkleuren…. Minorca’s, Naakthalzen, Orpingtons, Spaanse witwangen en Faverolles, om er maar eens een paar te noemen. Ook hier geldt: al deze rassen waren, ooit, geweldige nutrassen. Toch hebben hun creators nooit geprobeerd om alle kleurslagen dezelfde oog- en pootkleur te geven. Ze wisten wel dat dit niet met succes gedaan kon worden. Zelfs bij ons Australische vechthoen is de pootkleur afhankelijk van de veerkleur.

 

·         De voorgestelde standaard is ook tegenstrijdig. Een van de mooiste punten van de Australorp is zijn felrode gezichtshuid, maar in deze standaard wordt er een hoeveelheid zwart toegestaan. Als het de bedoeling is dat de witten, behalve in veerkleur, zo veel mogelijk op de zwarten lijken, gaan we dan straks ook zwarte koppen toestaan bij de zwarten? Zoals ik het zie, kan je hiermee dus twee kanten uit….óf we maken de standaard van de witten helemaal hetzelfde als die van de zwarten, óf we kijken eens in onze geschiedenisboeken om te zien wat onze voorvaderen deden toen ze de meeste van onze mooie, oude rassen maakten, en waarom ze dat deden. Er waren goede redenen om het te doen zoals zij deden….zij zorgden ervoor dat het productieve dieren waren die jaar in jaar uit zuiver doorfokten. En dat deden ze, heel goed zelfs!

 

Kortom, de Australorp is een directe afstammeling van Cook’s Orpington en zou als zodanig gestandaardiseerd moeten worden met dezelfde kleuren en eigenschappen. Het is onzin om een kleur te gaan fokken die vrijwel onmogelijk zuiver kan blijven door de jaren heen, en de oudgedienden die onze rassen perfectioneerden, beseften dat destijds al, net zoals wij nu hun kennis moeten erkennen. Ik blijf herhalen, dat het onmogelijk is om witte kippen met donkeren poten te fokken die door de loop van jaren hun juiste kleur behouden. Als keurmeester zou ik zeker iedere Australorp met een zwart gezicht stevig terugzetten in predikaat, of dat nu een zwarte of en witte is. Bovendien, zoals gezegd, een van de eigenschappen van een nutras is dat er zo weinig mogelijk miskleuren gefokt worden…..als we dieren moeten gaan gebruiken met echte ‘fouten’ , zoals de roetkop, enkel maar om de donkere oogkleur te behouden (in een kleurslag die niet bedoeld is om donkere ogen te hebben) dan kunnen we niet zeggen dat deze Australorps de gewenste nuteigenschappen bezitten. (Ongeacht of dat nu gaat over groot of kriel) Ik denk dan ook dat dat precies de reden is waarom ze na de jaren 30 verdwenen zijn.

Ik ben van mening dat er eerst maar eens een stevig, open debat aangaande dit onderwerp moet komen, voordat deze standaard opgesteld kan gaan worden. Het is makkelijk om een standaard op te stellen passend bij de tegenwoordige dieren. Maar het is op de lange duur veel wijzer om te kijken naar de basisgenetica van de kleur en de fokmethoden; meng dat dan een beetje met een goede dosis historie en maak dán een gepaste standaard. Kortom, fok naar de standaard, maar verlaag niet de standaard om een ‘fout’ ras tegemoet te komen.

 

Ik heb deze discussie doorgegeven aan een aantal mensen hier die connecties hebben met enige al zeer oude (en succesvolle) ex- Australorpfokkers, met het verzoek om enige inbreng en herinneringen aangaande de vroegere witte kleurslag, die zij misschien gezien hebben of wie weet, zelf gefokt. Ik zal het laten weten als ik antwoord heb gekregen.

Groeten uit Queanbeyan, Australia.

 

Greg Davies greggles@internode.on.net

 

              

‘Nederlandse’ Witte Australorpkriel haan. Photo: Klaas v.d. Hoek

 

Reacties op dit onderwerp zijn welkom op  redactie@aviculture-europe.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16 september 2006

 

Jongdierendag

 

Zeldzame Kroppers Club

 

samen met

 

Steiger Kropper Club

 

 

 

Na de zeer geslaagde Clubdag in mei kondigt de "Zeldzame" opnieuw een hoogtepunt aan voor haar leden en geïnteresseerden, en wel de Jongdierendag 2006 die op zaterdag 16 september wordt gehouden bij Sam de Groot in Spier, op de camping nota bene! Wij doen dit samen met de Steiger Kropper Club. Zij hebben het opgezet en wij mochten zo maar instappen – weer samen sterk dus en … dank aan de Steiger Kropper Club!

De kosten bedragen € 10,- per persoon voor het eten en drinken. Er zijn diverse keurmeesters aanwezig. Er worden ook ereprijzen ter beschikking gesteld. Het begint om 10.30 uur maar je bent vanaf 10.00 uur welkom.

Aanmelden van je zelf en het aantal duiven is absoluut gewenst in verband met de voorbereidingen van de catering en de kooien. Bel hiervoor Dicky Hamer 0575 525836.

Van harte genodigd en breng veel duiven mee. Deze aankondiging staat ook op de site van de "Zeldzame" www.zeldzame-kroppers.nl

 

Secr.Rob Sekhuis, Wentholtweg 5,

7214 EE Epse. Tel. 0575 492830.

r.sekhuis@chello.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eine wichtige Neuigkeit

 

Aviculture Europe

Die Digitale Illustrierte

 

Wir sind stark damit beschäftigt, unser Blatt auch auf Deutsch erscheinen zu lassen. Ist es jetzt noch in Englisch und Niederländisch, bald wird unsere Arbeitsgemeinschaft für die Deutsche Ausgabe von sich hören lassen. Deutschsprachige Leser können jetzt schon ihre E-Mail-Adresse anmelden – freibleibend versteht sich – für die erste gratis Ausgabe bei redactie@aviculture-europe.nl ; bitte ’Deutsche Ausgabe’ angeben. Wir werden sie auf dem Laufenden halten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VERRASSENDE VEERTJES

 

 

Soms moet je één enkel veertje zien om te beseffen hoe mooi en gevarieerd onze hoenders getekend kunnen zijn.

 

 

Dit is een schouderveer van een zalmkleurige Duitse Faverolles haan, ofwel een Lachshühn, zoals de Duitse naam voor dit ras is.

 

 

Begrijpelijk dat u nu zegt: ik zie hier géén zalmkleur in. De naam zou echter aan het ras gegeven omdat het vlees zo smakelijk en zacht als zalm zou zijn.  De hennen van dit ras hebben overigens wél min of meer zalm­kleurige veren.

 

Er zijn meerdere hoenderrassen erkend in de zalmkleur.

 

Behalve deze zalmkleurige Duitse Fave­rolles (zie foto rechts) zijn er ook zalmkleurige Franse Faverolles, zalm­kleurige Wyandottes en zalmkleurige Hollandse krie­len. Maar deze kleur verschilt sterk van ras tot ras.

 

Een en ander werd uit­gebreid toegelicht op het laatst gehouden keur­mees­ter­congres, waarvan u een verslag (met ver­duidelij­kende foto’s) aantreft in dit augus­tusnummer.

 

Foto’s: Mick Bassett

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   

 

TENTOONSTELLINGSKALENDER 2006/2007

 

NEDERLAND

http://www.sierduif.nl/rooster.htm

 

BELGIË

http://www.neerhofdieren.be/VIV/index.htm

- tentoonstellingen Vlaanderen

http://www.neerhofdieren.be/AIW/index.htm

- calendrier des expositions en Wallonië

 

ZWITSERLAND

http://www.sgk.org/index.cfm?Nav=110

FRANKRIJK - pluimvee

http://perso.orange.fr/volaillepoultry/expositions.html#expoF

 

FRANKRIJK – duiven

http://www.pigeons-france.com/rubriques/evenement/

 

 

DUITSLAND - duiven

http://www.vdt-online.de/main/index.html

- termine

 

DUITSLAND – pluimvee

http://www.bdrg.de/termine.shtml

 

GROOT BRITTANNIË – duiven

http://www.zyworld.com/NPA/Shows.htm 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

WAAR ZIJN ALLE WOERDEN GEBLEVEN?

 

Wilde eend woerd in prachtkleed.

 

Tekst en foto’s: Dirk de Jong

 

In deze tijd van het jaar zie je enkel vrouwelijke Wilde eenden, althans, dat zou je denken. Na alle ophef over het teveel aan woerden, die zelfs eenden verdrinken met hun overenthousiaste paargedrag, hoor je nu vaak vragen: waar zijn alle woerden zo ineens gebleven? Voor hen die het niet weten, zullen we graag de verklaring geven. Alle eenden kennen de eclips­rui, net als de oorspronkelijke hoen­der­rassen Bankiva, Sonnerath enz. De mannelijke dieren verliezen dan hun sierveren voor een paar maanden en lijken precies op de vrouwtjes.

Er zijn ook vogelsoorten, zoals bijv. Kemp­hanen, die een onvolledige eclipsrui kennen; zij verliezen alleen de sierlijke halsveren. De eclipsrui, die onder invloed staat van de geslachts­hormonen, duurt tot september/ oktober. Daarna krijgen de woerden hun prachtkleed weer terug. Bij de Bankiva en Sonnerath duurt het tot het volgend voorjaar voordat ze hun ‘bruiloftskleed’ weer terug hebben.

 

Onder: Twee woerden in eclipsrui.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Expeditieteam vindt allereerste botten Hollandse Duif

Leiden, 29 juni 2006 - De opgravingen op Mauritius van een internationaal onderzoeksteam hebben geleid tot de vondst van de eerste botten ooit van de Hollandse Duif (Alectroenas nitidissima). Behalve botten van de Hollandse Duif en de dodo, waar eerder over bericht werd, is op de graafplek Mare aux Songes bewijsmateriaal gevonden van nog dertien uitgestorven diersoorten.

 

 

 

Links: Schilderij van een ‘gereconstrueerde’ Hollandse duif Alectroenas nitidissima
(© Julian Hume).

Deze mooie duif, , genoemd naar zijn rood-wit-blauwe verentooi, was al zeldzaam rond het jaar 1730. Er werd op gejaagd door de mens en apen en ratten roofden de kuikens en eieren. Bovendien had hun leefmilieu te kampen met ontbossing. De laatste Hollandse Duif is vermoedelijk in 1826 neergeschoten.

Er zijn wereld­wijd drie huiden van de vogel bewaard gebleven, een in Edinburgh (Engeland), een in Parijs en een in het Mauritius Instituut; deze laatste is het ‘jongste’ exemplaar. Maar nooit eerder zijn er botresten gevonden.

 

Een zeer verwante soort van de voormalige 'Mauritiusduif' is nog altijd te vinden op de Seycellen en heet officieel de Seychellen-Blauwe Duif (Alectroenas pulcherrima) maar wordt daar om dezelfde reden ook Hollandse duif genoemd (dus vanwege de rood-wit-blauwe kleur, gelijk de Nederlandse vlag). Beide soorten leken als de spreekwoordelijke twee druppels water op elkaar en zijn/waren zogenaamde vruchtenduiven, dus duiven die zich alleen met vruchten voeden en niet met zaden).

 

Andere uitgestorven dieren van Mauritius (Zie links op onderstaand schilderij):

Mauritaanse Berggans Alopochen mauritianus

Gedurende de 17de eeuw werd er regelmatig gerapporteerd over ‘een grote bergeend die gemakkelijk te vangen was en goed te eten, maar na die tijd is er niets meer van vernomen. De gans werd omschreven als een Europese gans met rode poten en zwarte vleugeleinden. Hij is enkel bekend door enige fragmenten die in de Mare aux Songes gevonden zijn in 1889. Naar het schijnt kwamen ze meer voor in droog bosgebied dan in waterrijke omgeving.

 

Rechts op het schilderij: Theodore’s taling Anas theodori

Een kleine, grijze taling (eend), waar intensief op gejaagd werd maar die naar het schijnt toch tot minstens 1700 heeft bestaan. Vroege rapporten geven aan dat deze talingen gemakkelijk benaderd konden worden en dan simpel met stokken doodgeslagen werden. Net als de Berggans is Theodore’s taling alleen bekend van de weinige fragmenten die in de Mare aux Sognes gevonden zijn.

Schilderij © Julian Hume. Photo credit museum Naturalis in kleur

Eind september 2006 worden tijdens een seminar op de Universiteit van Oxford de eerste resultaten van de opgravingen gepresenteerd. Komende winter zal een deel van het gevonden materiaal te bezichtigen zijn in Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis in Leiden.

 

Lees er alles over op het Dodo Expeditie Weblog  www.dodo-expeditie.nl

 

museum Naturalis in kleur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NEDERLANDSE VLIEGTIPPLER CLUB

 

Wedstrijdverslag

van de

 

LONG DAY WEDSTRIJD

17 of 18 juni 2006

 

Deze voor  N.V.C.  leden belangrijkste dag van het jaar was ook nog eens één van de mooiste dagen en met  een record aantal deelnemers, namelijk 28.

Winnaar was deze keer G.H. v.d. Broek met een grijsblauwbont team van 2 doffers en 1 duivin. Ze vlogen 19.28 uur en dit was voor de vliegbasis Goldisis gelijk ook een hokrecord.

Op de 2e plaats eindigden de 3 rode doffers van H. de Jong met 17.09 uur. Het weer was op de zondag drukkender en benauwder dan op de zaterdag.

De 3e plaats was voor nieuwkomer J. Bouma die z'n eerste wedstrijd vloog met 7 blauwbonte jonge tipplers en een heel mooie tijd realiseerde, namelijk 16.21 uur.

De 4 blauwbonte duivinnen van W. Westra vlogen 14.35 uur en de 3 van A. Halma 13.45 uur. Rond 16.00 uur hadden de gezamenlijk vliegende teams behoorlijk last van de meer dan 100 postduiven die boven de buurt draaiden.

 

 

Foto: Vliegtipplers op de volière. Gabe Greijdanus

In deze categorie 2 gediskwalificeerden. Het blauw-grijsbonte record­team van P.F. vd Werf vloog weer 20.04 uur, maar maakte één foutje doordat de grijsbonte duivin wel op de volière landde maar niet binnen wilde komen.  En volgens Piet zat ze te ver om met de hand te pakken.

Nieuweling B. Adams ging zelf in de fout. Het duurde 1.45 uur eer het team in het zicht was.  Bert dacht aan art. 9 en was van mening dat hij gediskwa­li­fi­ceerd was, hoewel daarin staat: binnen de eerste 2 uren. Maar hij gooide er 2 jonge vliegtipplers bij en diskwalificeerde zich op dat moment volgens art. 10 van ons vliegreglement.

Volgt nu de categorie zonder scheidsrechter: Hier was J. Makkinga de beste; zijn 3 blauwbonte doffers vlogen 17.54 uur. Het team was lang uit zicht en super hoog. Magnifiek mooi weer, beter kon niet. De 3 blauw bonte doffers van G. Groot vlogen 16.02 uur. Ze vlogen weer laag maar toch een prima vliegdag. G. Hiemstra vloog voor de 2e keer mee en kon z'n 5 jonge blauwbonte vliegtipplers 14.35 uur in de lucht houden. Hij werd op de voet gevolgd door het team van 1 rode en 2 blauwbonte jonge dieren van R. Koolstra met 14.12 uur. Een mooie prestatie, vooral omdat er rond 11 uur ‘s morgens bijna een half uur lang 3 maal een aanval van verschillende roofvogels op z'n team was geweest.

Ook in België werd gevlogen. De 5 zwarte doffers en 2 duivinnen van W. Vanpoucke bleven 12.35 uur vliegen. Opeens hield één tippler het voor gezien, nadat er een bosduif met haar jong op het dak was geland. H. de Vries vloog 12.34 uur met 3 jonge duiven, een lever, een zwarte en een rode. Volgens Henk vliegen jonge duiven veel hoger dan de oude. Het bruinbonte team van H.P. Straatsburg vloog 10.35 uur. Hij twijfelde of hij het goede voer had gegeven, namelijk Witte Molen champion super dieet aangevuld met kanariezaad. J. v.d. Slot z'n 3 blauw bonte duivinnen vlogen 9.05 uur afwisselend heel hoog en lang wegtrekkend maar kwamen soms ook weer akelig laag over. Volgens Jan kunnen ze veel meer. Twee blauwbonte en een rode duivin van B.P. Korthouwer vlogen precies 9 uren. Eigenlijk vlogen ze 15 uren maar Bart zag om half twee één uit het team plotseling op het huis landen om na ca. 5 minuten weer op te vliegen en toen weer samen met de andere 2 tot half acht door te vliegen. Zo zie je maar weer; het blijft altijd opletten met vliegtipplers. S. v.d. Pijl vloog met 3 jonge duiven 5.19 uur. In de training vlogen ze al een paar keer 15 uur maar de avond voor deze wedstrijd waren ze per ongeluk het hok uitgegaan en vlogen ze tot donker. Dit was Serge z'n  eerste wedstrijd dus rekenen we dat maar als leergeld. 4 Blauwe tipplers vlogen bij W. Kroon maar 3.15 uur. Wat een Long Day had moeten worden werd een zeer korte dag doordat bijna alles in de voorbereiding fout ging. Donderdag voor de start lag er een ei in het hok en de vrijdag had het team zich vol gevreten met kweekvoer omdat Willem het hok per ongeluk open had laten staan. Een troost voor Serge om te horen dat oude rotten in de vliegtipplersport ook nog fouten maken.

Volgen nu nog de gediskwalificeerden:

De grootste pechvogel in de categorie zonder scheidsrechter was wel F. Boonstra. De 2 rode en 1 blauwe tippler vlogen 20.14 uur maar hij kreeg maar 1 binnen, de andere 2 gingen de nacht in.

Ook peg had A.S. Knobbout. Na 19.36 uur vliegen raakt 1 van de 3 rode doffers de schoorsteen of dakrand en valt over het dak 4 pannen lager buiten het zicht van het hok en komt niet meer.

Ook Th. Reijers had een aparte ervaring. Er werd gevlogen met maar liefst 11 jonge dieren. Maar na 8 uur en 55 min. landde het gehele team in een aardappelveld tegenover het huis van Theo. Om 16.00 uur zag hij ze weer vliegen tot 23.00 uur, toen gingen ze tot overmaat van ramp ook nog eens de nacht in. Bij A. v. Greven ging het ook fout, hij zag ze 8.30 uur vliegen maar toen waren ze 3 uren uit zicht, waarschijnlijk zijn ze ergens gaan zitten.

De 3 jonge vliegtipplers van J. Dijksman werden na 8 uur vliegen niet meer gezien, een kort onderzoek leerde dat ze waren gaan zitten op een hoge flat.

 

Vliegtipplers in de lucht. Foto: Gabe Greijdanus

J. Tigchelaar  deed ook voor het eerst mee, maar na 4 uren was het gebeurd. In de training vlogen ze al eens 14 uur maar de duiven hebben bij het landen last van een grote boom die vlak bij het hok staat. Hij eindigt zijn verslag met een conclusie: DIE BOOM GAAT DUS OM.

De witte doffers van G. v.d. Broek gingen her en der zitten, de oorzaak: Gijs was de vrijdag er voor thuis gekomen van vakantie en de dieren hadden twee en een halve week vast gezeten.

Bij  J. van Stalle ging het bij de start al fout, 1 van de 3 jonge duifjes was gelijk de kluts kwijt en valt in een struik en daarna op de grond terwijl de andere 2 al op mooie hoogte draaien.

 

 

De vliegtipplers van Piet v.d.Werf. Foto P.v.d.Werf

Van de 2 volgende heren heb ik het verslag niet of te laat binnen gekregen:

Bij M. Khodadadzade vlogen 3 jonge duiven 6.30 uur. Twee jongen waren aan elkaar gepaard en wilden de derde er niet bij hebben. Majid schrijft: de les die ik hiervan trek is, het is beter te vliegen met jongen die nog niet geslachtsrijp zijn, dit zijn vroege jongen van al een half jaar oud.

Toen H. van Elteren de wedstrijduitslag zag belde hij me gelijk op met z'n excuses en de mededeling dat hij was vergeten de envelop op de bus te doen, die lag nog klaar met postzegel en al.

 

Al deze 28 deelnemers kunnen meeloten naar de 65 euro mits zij naar de leden­ver­gadering komen te Amersfoort.

Om nog even terug te komen op Majid; voor mij is altijd de regel: als jonge duiven op nog 5 oude pennen staan moet je er eigenlijk geen wedstrijden meer mee vliegen; ze vallen dan ook meestal behoorlijk in de rui en dat gaat ten koste van de vliegdrift. Als ze uitgeruid zijn zou je er weer mee kunnen vliegen maar ze zijn dan ook geslachtsrijp en moet je ze behandelen als volwassen duiven. Dus niet gezamenlijk met duivin­netjes in één hok maar doffers en duivinnen apart of opboksen. Gemengd vliegen kan wel maar als ze weer beneden zijn moet je ze zo snel mogelijk scheiden.

 

Vrienden, heel veel succes bij de eerste jonge dieren wedstrijd 1 of 2 juli.

Hidde de Jong, wedstrijdleider, Burgum.

 

Kijk voor het laatste nieuws en alle wedstrijduitslagen op de website van de N.V.C.

http://home.hetnet.nl/~johan.makkinga/Update.htm

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NBvH organiseerde Internationale Conferentie vogelgriep

 

Op 1 juli 2006 is er voor het eerst door de Nederlandse Belangenvereniging van Hobbydier­houders een internationaal congres georganiseerd over de vogelgriep. De sprekers en deelnemers kwamen uit Engeland, België, Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Nederland.

Voor het eerst konden we de stand van zaken opmaken hoe in de diverse landen het probleem wordt aangepakt.

In Italië wordt al jaren geënt bij kalkoenen; Frankrijk heeft in drie departementen alle eenden en ganzen verplicht geënt en in Nederland werd op bescheiden schaal geënt. In de andere  landen is niet geënt, behalve in dierentuinen.

Wij moeten ervan uitgaan dat de vogelgriep de komende jaren ons zal blijven bedreigen, met als gevolg ophokken tijdens de vogeltrek, tenzij de dieren gevaccineerd zijn.

In Nederland was veel weerstand tegen het enten vooral vanwege de enorme administratieve rompslomp, het bloedtappen, de vaccinatiemethode ( 2x elk dier inspuiten)  en de identificatieringen.

Er is al een vaccin, dat gesprayd kan worden, maar dit is nog niet geregistreerd. Dit is een vaccin dat zowel be­scherming biedt tegen vogel­pest als tegen pseudo­­vogelpest. Populair gezegd wordt  het H-gen gekoppeld aan het pseudovogelpestvaccin.

Martijn Weijtens D.C.V.O. bij het ministerie van landbouw deelde mee, dat men van de eerste vaccinatie ronde veel had geleerd. Vanaf 1 augustus kan er weer gevaccineerd worden onder een soe­peler regiem.

 

Het eerste bloedtappen vervalt. Geënte dieren  mogen naar de tentoon­stelling,  niet geënte dieren waarschijnlijk niet. Kleine aantallen dieren mogen naar de dierenarts worden gebracht voor vaccinatie. De vaccinatiekosten zijn voor de eigenaar en het bloedonderzoek is voor het ministerie. Er mogen nu meer diersoorten geënt wor­den, zoals zwanen, fa­zan­ten, pauwen en parel­hoen­ders. Geënte dieren vallen niet onder de ophok­plicht.

 

 

Gevaccineerde dieren mo­gen niet levend over de grens worden gebracht, geslacht wel. In de zeventiger jaren hebben we vergelijkbare problemen gehad met het gaan enten van onze dieren tegen pseudo-vogelpest. Nu ent iedere fokker, die naar de tentoonstelling gaat, jaarlijks zijn dieren hier tegen. Het is te hopen dat de NHDB, die jammer genoeg niet op de conferentie aanwezig was, constructief gaat meewerken.

De conclusie van de conferentie was, dat indien wij onze dieren door vaccinatie beschermen, er toekomst is voor onze hobbyfokkerij.

 

Voor en uitgebreider verslag verwijzen wij u graag naar de website van de Nederlandse Belangenvereniging van Hobbydierhouders NBvH:

http://hobbydierhouder.nl/content/view/388/28/

 

Verslag: Jan Willem Hondelink. Foto’s: Dirk de Jong

 

 

Kijk voor uitgebreide informatie over de vogelgriep/vaccinaties op de website van het Min. LNV http://www9.minlnv.nl/servlet/page?_pageid=1053&_dad=portal30&_schema=PORTAL30